Van Hinton naar Prince George

19 augustus 2018 - Prince George, Canada

Vrijdag 17 augustus stond de reis van Hinton naar Prince George op het programma een rit van ongeveer 450 km. We gaan over de Yellowhead Highway 16. Dit is de enige grote dwarsverbinding door West-Canada. Deze weg loopt door Jasper National Park naar Prince George en uiteindelijk tot aan Prince Rupert (aan de Grote Oceaan) onze bestemming zondag.  De weg loopt over de Yellowhead Pass, die de grens tussen Alberta en British Columbia markeert. Hier springt de tijd ook een uur terug, zodat het tijdsverschil met Nederland nu 9 uur is. Deze weg volgt een oude handelsroute van de indianen, die hier vooral leer en bizonvachten van de prairies verhandelden met de stammen ten westen van de bergen.

Direct voorbij deze Yellowhead Pass begint het Mount Robson Provincial Park. Hier wordt het landschap gedomineerd door Mount Robson, met 3954 m. de hoogste top van de Canadese Rockies. Hier hebben we even een stop gemaakt voor een kop koffie. Hierna onze weg vervolgd, het zicht werd echter steeds slechter. Door de rook van de bosbranden (inmiddels meer dan 600) leek het op een gegeven moment wel nacht. Best spannend, de bosbranden, zo hadden we op televisie gezien en gehoord, waren dichtbij deze weg. We hoefden ons volgens de journalist geen zorgen te maken, aangezien de weg nog steeds open was. Deze streek is met zijn eindeloze wouden volkomen onbewoond. Je moet dus geen pech krijgen. Bij Purden Ski Valley zijn we gestopt, het zicht was weer wat meer helder, dus even lunchen.  Hierna rechtstreeks doorgereden naar ons hotel in Prince George, maar tjee wat was het zicht daar slecht en we kregen last van onze ogen en luchtwegen. We waren blij dat we in ons hotel waren. Zelfs daar kon je binnen de rook ruiken. 

Vandaag zaterdag 18 augustus besloten we naar Barkerville National Historic Park te gaan. Het zicht was redelijk vanmorgen, dus leek het ons een geschikte trip. In de zomer van 1862 kwam Billy Barker, een Engelsman, die in Victoria (Vancouver Island) van zijn schip gedeserteerd was, met zijn vrienden aan op deze plaats, die ze later zijn naam hebben gegeven. Na lang graven en zoeken trof hij op een schachtdiepte van 16 meter goud aan, met een waarde van $ 1000 per vierkante 0,10 meter. Zijn stukje land bracht uiteindelijk $ 600.000,— een godsvermogen in die tijd. Hij veroorzaakte hierdoor de grootste opleving van de goudkoorts in British Columbia. Rond 1870 was Barkerville, jaren voordat Vancouver een stad van betekenis was, de grootste stad ten westen van Chigago en ten noorden van San Francisco. Toen de goldrush aan het einde van de 19e eeuw voorbij was begon de neergang van Barkerville en verviel het plaatsje tot een spookstad. Toen de regering er in 1958 (haha toevallig he) een historisch park van maakte ging het weer de goede kant op. Nu zijn alle bijna honderd gebouwen gerestaureerd of opnieuw neergezet, getrouw naar het origineel. Gekostumeerde ‘ inwoners’ bevolken het museumdorp, werken in winkels, hameren in werkplaatsen en drukken de krant als in 1870. Het was echt een belevenis, je waant je in die tijd en doet je denken aan films, zoals het kleine huis op de prairie :). 

We hebben de hele dag prima weer gehad en een perfecte temperatuur van 22 graden, dus weer een fijne dag. Daarna terug naar ons hotel en morgen naar Prince Rupert. Dat zal een lange rit worden met een afstand van 800 km. Tevens de langste afstand die we deze vakantie  moeten overbruggen. 

Foto’s